Aantal busritten van Arriva die vorig jaar niet doorgingen door toedoen van bedrijf, is aanzienlijk toegenomen.

De prestaties van Arriva zijn vorig jaar merkbaar achteruitgegaan ten opzichte van 2023. Het aantal busritten dat niet doorging door toedoen van Arriva is met 20 procent toegenomen. Volgens Arriva is het begin van het nieuwe jaar aanzienlijk verbeterd.
Arriva is door de provincie verantwoordelijk gemaakt voor het openbaar busvervoer. Een vast onderdeel van het contract is dat de prestaties van het openbaarvervoerbedrijf worden gemonitord in het Gouvernement. De provincie heeft, op verzoek van L1, de maandcijfers van de afgelopen twee jaar gedeeld.
Stijging van gemiste busritten
Het percentage van de ritten die niet doorgingen kwam vorig jaar uit op 1,58 procent, vergeleken met 1,31 procent in 2023. Hoewel de percentages klein zijn, gaat het jaarlijks om duizenden ritten in totaal. In termen van absolute cijfers betekent het verschil een stijging van 20 procent in het aantal gemiste busritten, doordat Arriva zijn organisatie niet op orde had. Afgelopen woensdag was de provincie niet in staat om een precies aantal ritten te noemen. In Limburg rijdt Arriva met ongeveer 200 bussen.
Te kort aan buschauffeurs
De voornaamste oorzaken waren een te kort aan chauffeurs en technische problemen met materieel. De cijfers bevatten geen ritten die uitvielen door weersomstandigheden of ongevallen. Daar heeft Arriva geen invloed op. Arriva beschouwt de publicatie van de cijfers als ‘te vroeg’, aangezien sommige cijfers nog voorlopig zijn. Toch erkent het openbaarvervoerbedrijf dat er verbetering nodig zijn.
Actie moet worden ondernomen
“We kunenn met zekerheid zeggen dat door alle omstandigheden de betrouwbaarheid niet altijd het niveau bereikte dat we willen behalen. Om die reden wordt er 24 uur per dag gewerkt aan het doorvoeren van verbeteringen,” vertelt een woordvoerder van Arriva. Volgens hem zijn er sinds het begin van vorig jaar 158 nieuwe chauffeurs met de juiste opleiding aangenomen. Op dit moment draait de dienstregeling volledig zoals gepland, “met vrijwel geen uitgevallen ritten.”
Boete van bijna een miljoen euro
Vorig najaar werd Arriva door de provincie beboet voor bijna een miljoen euro. De boete had betrekking op het jaar 2022. Ook toen had het te maken met gemiste ritten en teleurstellende punctualiteit, zowel bij het busvervoer als het treinvervoer. Arriva ging in beroep tegen de opgelegde boete, maar onlangs hebben Gedeputeerde Staten het bezwaar afgewezen. De reden is opvallend: Arriva diende het bezwaarschrift een dag te laat in. Omdat de situatie in 2023 niet verbeterde, is het vrijwel zeker dat er komend voorjaar een boete volgt voor dat jaar. In 2024 was de prestatie zelfs nog slechter, waardoor een derde boete op rij waarschijnlijk is.
Dal Vrij Limburg en nieuwe busverbindingen
Ondertussen doet Arriva dit jaar allerlei inspanning om de situatie te verbeteren. Op verschillende regionale routes worden nu meer bussen per uur ingezet. Dit hangt samen met de verwachte stijging van het aantal reizigers door het nieuwe reisproduct Dal Vrij Limburg, bedoeld voor inwoners met een laag inkomen. De provincie heeft hiervoor 4,5 miljoen euro beschikbaar gesteld uit een fonds van de overheid. Daarnaast worden er nieuwe snelle busverbindingen geïntroduceerd, speciaal gericht op forenzen en studenten. “Op zaterdagavond worden veel bussen een uur langer ingezet en in Maastricht voegen we de kleine bussen uit,” zegt Arriva.
Invloed van corona
Gedurende de coronaperiode is het aantal openbaarvervoerpassagiers overal aanzienlijk afgenomen. Volgens Arriva reist er nog steeds 12 procent minder passagiers in Limburgse treinen dan in 2019. In de bussen is er een tekort van 8 procent aan passagiers. Kortingen voor jongeren en mensen met een beperkt inkomen moeten ervoor zorgen dat meer mensen gebruik gaan maken van bus en trein.
Er zijn nog geen precieze cijfers beschikbaar over de verwijtbare uitval van treinen bij Arriva. Het bedrijf geeft echter aan dat het treinpersoneel in Limburg “over het algemeen nu goed op niveau is.”
Een grote uitzondering daarop is de treinverbinding tussen Heerlen en het Duitse Aken, die onderdeel uitmaakt van de Drielandentrein. Machinisten die in Duitsland rijden, moeten beschikken over een extra vergunning, iets wat al bekend was toen Arriva startte met de Drielandentrein. Door bijscholing hoopt men dat “gedurende het jaar meer machinisten op dit traject kunnen worden ingezet.”
Tekort aan opleiders
Volgens Arriva is het probleem niet alleen het tekort aan machinisten, maar ook het gebrek aan opleiders voor machinisten. Tussen Heerlen en Aken rijdt een nieuw type trein. “Zoals bij veel nieuwe technische apparatuur, komen er ook nog wat opstartproblemen bij. Deze problemen deden zich vooral voor in de vorm van storingen waarvan de oorzaak moeilijk te achterhalen was, waardoor de oplossing langer op zich liet wachten. De afgelopen weken hebben de fabrikant en de onderhoudsprovider grote vooruitgangen geboekt, waardoor we een vermindering van het aantal storingen zien,” zegt de woordvoerder van Arriva.