Ouders hebben moeite met een smartphone voor kinderen, maar hier willen ze een andere aanpak.

Vanaf welke leeftijd geef jij je kind een smartphone en hoe kun je het moment van aanschaf uitstellen? Deze vragen zorgen voor interessante gesprekken, blijkt deze week in een volle zaal van Theater de Kattendans in Bergeijk. De ouderorganisatie ‘Smartphonevrij Bergeijk’ houdt voor het eerst een lezing over smartphones en sociale media. De meeste ouders zijn het erover eens: het is een uitdaging. “Het is bijna niet meer te vermijden,” zucht een vader in de zaal.
“Er bestaat geen goed of fout,” opent psychologe Maartje Grond haar lezing voor ongeveer 250 geïnteresseerde ouders uit de hele Kempen. “We bevinden ons in dezelfde situatie, maar we hebben allemaal het gevoel dat het anders moet kunnen.”
De psychologe toont met behulp van grafieken hoe de ontwikkeling van kinderen zich afspeelt. En dat de hersenen van kinderen tussen de zeven en vijftien jaar zich in een belangrijke ontwikkelingsfase bevinden. Dit betreft sociale vaardigheden, het ontwikkelen van planningsvermogen en het omgaan met emoties.
“Wat gebeurt er met die ontwikkeling als kinderen die fase van hun leven vooral achter schermen doorbrengen? Die vaardigheden ontwikkel je juist door samen met vrienden activiteiten te ondernemen. Hoeveel tijd brengen ze eigenlijk echt door met vrienden en kunnen ze nog wel experimenteren zonder dat het gefilmd wordt?” vraagt de psychologe zich af.
Van mij wordt verwacht dat ik altijd meteen reageer.
Wanneer de vraag wordt gesteld op welke leeftijd ouders hun kind een smartphone zouden geven en waarom, begint het meteen te murmelen in de zaal. De antwoorden laten zien dat het voor ouders een lastige beslissing is.
“Ik probeer het uit te stellen totdat ze naar de brugklas gaat. Het zou fijn zijn als meer ouders er zo over denken, maar je ziet nu al de groepsdruk naar boven komen. Ik zie de smartphones al in groep 5 in de klas verschijnen,” zegt een moeder. Ook een moeder met een vijfjarige deelt dezelfde mening. “Om eerlijk te zijn, heb ik me tot nu toe niet echt met deze vraag beziggehouden. Maar ik maak me wel zorgen nu ik dit hoor.”
Smartphonevrij Bergeijk
Bo van Leek en Tessa van Dooren hebben Smartphonevrij Bergeijk opgericht. Ze werden geïnspireerd door de nationale ouderorganisatie ‘Smartphonevrij Opgroeien’. Deze organisatie heeft 500 scholen en 6500 ouders als leden, met als doel ouders beter te kunnen informeren over de impact van smartphones en sociale media, zodat ze samen kunnen beslissen om de aanschaf van een smartphone voor hun kinderen uit te stellen. Bo van Leek benadrukt dat apps ook voordelen kunnen hebben: “Maar kinderen tot veertien jaar beschikken nog niet over de vaardigheden om te beseffen ‘de hele dag op mijn smartphone zijn, is niet goed voor mij’. Zelfs al bereiden wij ze als ouders voor, toch kunnen ze die verandering niet zelf maken.”
De ouderorganisatie raadt aan om kinderen pas vanaf hun veertiende een smartphone te geven, een eenvoudige Nokia zonder sociale media en internet. Daarnaast kunnen kinderen thuis via een gezinstablet in contact komen met vriendjes via online platformen, zoals WhatsApp.
Ook ouders van oudere kinderen zijn deze avond aanwezig. Een moeder deelt het verhaal van haar 18-jarige dochter. Zij kreeg op haar twaalfde een smartphone, maar met een beperkte schermtijd. Een paar jaar later stopten haar ouders hiermee. “Nu zegt mijn dochter: Had je daar maar mee doorgegaan. Ik had gewild dat je me destijds ook een beperkte schermtijd had gegeven. Ik ben nu volledig afhankelijk van mijn telefoon en iedereen gaat ervan uit dat ik altijd direct reageer. Daar heeft ze nu last van.”
Volgens een vader in het publiek spelen middelbare scholen ook een cruciale rol. “Het huiswerk blijft dag en nacht binnenkomen via hun smartphone. Het is bijna niet meer te ontlopen.”
Op sommige scholen hebben bijna alle kinderen in groep 8 een Nokia.
Danielle Batist is zich er ook van bewust dat het onderwijs een grote rol speelt. Ze neemt deel als een van de oprichters van de nationale beweging ‘Smartphonevrij Opgroeien’. Ze deelt het verhaal van het Ierse dorp Greystones, waar juist de scholen de alarmbel luidden. Een schooldirecteur in Greystones merkte de impact van smartphones op kinderen en besloot in actie te komen.
“In samenwerking met alle basisscholen en ouders in het dorp besloten ze dat kinderen pas een smartphone zouden krijgen wanneer ze naar de middelbare school gaan. Waarom dit zo succesvol was? Omdat iedereen erbij betrokken was.”
Volgens Batiste maakt het al een verschil als minstens 25 procent van een groep deelneemt aan zo’n initiatief. “Onderzoek heeft aangetoond dat de groepsdruk verdwijnt wanneer 25 procent van de groep geen smartphone heeft. Dit betekent dat als acht van de 32 kinderen in jouw klas geen smartphone hebben, het niet meer als moeilijk wordt gezien.
Ze is ervan overtuigd dat er verandering zal komen. “In Nederland zijn er inmiddels scholen waar bijna alle kinderen in groep 8 een Nokia hebben, dus het is echt mogelijk.”
Zou Bergeijk binnenkort het eerste Nederlandse Greystones kunnen worden? Bo van Leek, de initiatiefnemer, hoopt van harte van wel: “Dat zou geweldig zijn, als het aan ons ligt tenminste. We moeten echter geduld hebben, het gebeurt stap voor stap. Dat was ook de kracht van deze bijeenkomst. Ouders uit de hele Kempen, evenals leraren en beleidsmakers, waren aanwezig. Er zijn al ouders die ervan overtuigd zijn dat het anders kan, dus de eerste stap is gezet.”
Lees hier ander actueel nieuws!