Lonen stijgen sneller in krapteberoepen: vooral lage inkomens profiteren

06 / 11 / 2025
xGeld in een beurs als symbool voor stijgende lonen in krapteberoepen in Nederland

De afgelopen jaren zijn de lonen in krapteberoepen in Nederland aanzienlijk gestegen, met name voor werknemers met een laag uurloon. Uit een analyse van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat de loonstijging tussen 2015 en 2022 het grootst was in sectoren waar de arbeidsmarktkrapte het hoogst is.

De stijgende lonen laten zien dat vooral mensen met lagere inkomens profiteren van de aanhoudende schaarste aan personeel. In sectoren met veel openstaande vacatures hebben werknemers een sterkere positie bij loononderhandelingen en kunnen zij betere arbeidsvoorwaarden afdwingen.

Analyse CPB: lonen in krapteberoepen stijgen sneller

Volgens het CPB leidt de gespannen arbeidsmarkt ertoe dat werknemers met lage lonen sneller vooruitgang boeken dan werknemers met hogere inkomens. Omdat werkgevers moeite hebben om personeel te vinden, zijn zij bereid meer te betalen om werknemers aan te trekken of te behouden.

Daarnaast maken mensen in minder passende of slechter betaalde banen vaker de overstap naar een beter betaalde functie. Deze mobiliteit op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat vooral de lonen in krapteberoepen bovengemiddeld stijgen.

Minder loonongelijkheid door arbeidsmarktkrapte

De analyse van het CPB toont aan dat de krapte op de arbeidsmarkt bijdraagt aan een afname van de loonongelijkheid. Hogere inkomensgroepen merken nauwelijks effect, maar werknemers met lage inkomens zien hun loon sterker stijgen.

Ook het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) bevestigde eerder dat in tijden van krapte werkgevers vaker vaste contracten aanbieden en meer werkuren beschikbaar stellen. Dat verkleint de kloof tussen flexwerkers en vaste werknemers.

Lager opleidingsniveau en doorgroeimogelijkheden

Werknemers met een lager uurloon hebben vaak ook een lager opleidingsniveau. Veel van hen hebben een mbo-diploma of enkel middelbaar onderwijs. Een deel van deze groep volgt nog een opleiding en kan daardoor op termijn doorgroeien naar beter betaalde functies.

Van ongeveer 30 procent van de onderzochte werknemers is het opleidingsniveau onbekend, vooral bij ouderen en mensen met een migratieachtergrond. Dat komt doordat het CPB-onderzoek uitsluitend Nederlandse opleidingsdata bevat.

Blijvende personeelstekorten in meerdere sectoren

De vraag naar personeel blijft groot, vooral in de zorg, technische sector, ICT en defensie. Door de toegenomen investeringen in defensie zal de vraag daar de komende jaren verder toenemen.

Het UWV verwacht echter dat de banengroei op termijn iets afneemt. In sommige regio’s, zoals delen van Limburg, de Achterhoek en Zeeland, wordt zelfs een daling van het aantal banen verwacht vooral in de landbouw, visserij en uitzendbranche.

Ondernemers noemen al jaren het tekort aan personeel als grootste belemmering. Andere factoren, zoals onvoldoende vraag of financiële beperkingen, volgen pas daarna.