Dierenleed bij transport van restbiggen naar Zuid-Europa blijft probleem

05 / 11 / 2025
Een overvolle vrachtwagen met jonge varkens, symbool voor dierenleed bij transport van restbiggen in Europa.

Elk jaar worden duizenden Nederlandse biggen met een medische afwijking geëxporteerd naar Zuid-Europa. Dit vervoer veroorzaakt groot dierenleed bij het transport van restbiggen, zo blijkt uit onderzoek van dierenorganisaties. Door gebrek aan toezicht en Europese regels overleeft niet ieder dier de rit.

Ernstige misstanden tijdens het vervoer

De organisaties Eyes on Animals en Animal Welfare Foundation (AWF) volgden twee transporten van restbiggen naar Kroatië. De beelden tonen overvolle vrachtwagens waarin biggen over elkaar heen liggen, nauwelijks water kunnen drinken en soms al tijdens de reis sterven. “Dit is geen transport, dit is overleven,” zegt Madelaine Looije van Eyes on Animals.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) erkent dat ze niet alle transporten kan controleren. “Onze capaciteit is beperkt; dagelijks passeren honderden biggen zonder individuele controle,” aldus NVWA-dierenarts Annebeth Aartsen.

Economie boven dierenwelzijn

Nederland exporteert deze zogenoemde restbiggen omdat het slachten in Zuid-Europa goedkoper is. Veearts Kees Scheepens noemt dat een verkeerde prioriteit: “We zouden het dierenleed bij transport van restbiggen kunnen voorkomen door ze in Nederland te slachten en het vlees ingevroren te exporteren.”

Volgens hoogleraar Bas Rodenburg (Universiteit Utrecht) zijn deze jonge dieren extra kwetsbaar en verdienen ze betere bescherming. “Wie zulke transporten toestaat, heeft een zorgplicht die nu onvoldoende wordt nagekomen.”

Pogingen tot strengere regels

Binnen de Europese Unie ligt een voorstel voor strengere regels voor veetransport, maar de goedkeuring stokt. Sommige landen, waaronder Denemarken, pleiten voor kortere reistijden en meer ruimte per dier. De NVWA en dierenwelzijnsorganisaties hopen dat de nieuwe regels het structurele dierenleed bij transport van restbiggen kunnen verminderen.

Reacties en vooruitblik

De Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) ziet in de beelden “niets schokkends”, maar dierenbeschermers spreken van structureel falen. De PO-Raad en VO-Raad vinden dat Nederland meer verantwoordelijkheid moet nemen. Staatssecretaris Koen Becking (Onderwijs) zegt dat het “hoog tijd is om welzijn boven winst te zetten”.